Regelmatig krijg ik mensen in de praktijk die al een tijd met allerlei klachten rondlopen en zich afvragen of ze wellicht hyperventileren. Deze mensen hebben in ieder geval helder dat hun ademhaling verstoord is en dat dit waarschijnlijk een rol speelt bij hun klachten. Een enkele keer komen cliënten met spanningsklachten en is de link met een verstoorde ademhaling (nog) niét gelegd.
Het is belangrijk om te beseffen dat bij langdurige spanning de ademhaling vrijwel altijd verstoord raakt. Echter, lang niet iedereen met ademklachten heeft chronische hyperventilatie. De ademhaling kan op velerlei manieren verstoord raken. Daarom spreken we bij ademklachten liever over ‘disfunctioneel ademen’. Bijna uitsluitend door de mond ademen, een continue borstademhaling of een onverklaarbaar gevoel van ademmoeite zijn andere vormen van disfunctioneel ademen.
Moe wakker worden, niet lekker door kunnen ademen, gespannenheid of een opgeblazen gevoel in de buik: het zijn voorbeelden van klachten waarbij de link met een disfunctionele ademhaling helaas vaak niet gelegd wordt. Zo kan je jarenlang rondlopen met vage klachten en je leef- of eetpatroon aanpassen, maar niet echt van die klachten afkomen. Frustrerend.
Laten we eens inzoomen op een van de vormen van disfunctioneel ademen: (chronische) hyperventilatie. Wat is dat nu precies?

Wat is hyperventilatie?
Hyperventilatie betekent letterlijk ‘te veel ademen’. Om te begrijpen wat er dan precies gebeurt, neem ik je even mee in een wat technisch stuk over ademen. We ademen primair om ons lichaam te voorzien van energie en om afvalstoffen uit te scheiden. Zuurstof (O2) wordt bij het inademen via de longen afgegeven aan het bloed, en via het hart getransporteerd naar onze organen en weefsels. Hier helpt het bij de verbranding van eiwitten, vetten en koolhydraten en zo voorziet het ons lichaam van energie. Bij dit verbrandingsproces komt onder andere koolzuurgas (CO2) vrij als afvalproduct. Dit scheidt je voor een groot deel weer uit via het uitademen.
Verricht je grotere inspanning, zoals hardlopen of traplopen, dan ga je sneller ademen. Zo krijgt je lichaam meer zuurstof en scheidt het ook meer koolzuurgas uit. Dat is normaal én functioneel.
Adem je echter in rust teveel of te snel, dan is dat niet passend. Je ademt dan méér lucht in dan je nodig hebt. Dit betekent niet dat je ook meer zuurstof opneemt. Om zuurstof af te kunnen geven aan je organen en weefsels, is er namelijk een bepaalde hoeveelheid CO2 nodig. En door het hyperventileren, verlies je juist telkens te veel koolzuurgas. Hierdoor verandert de zuurgraad in het lichaam en kan je allerlei vervelende klachten krijgen.
Juist dat tekort aan koolzuurgas veroorzaakt dus de klachten die bij hyperventilatie horen. Ons lichaam reageert namelijk op de koolzuurgasafname met allerlei mechanismen. De doorgang van de kleine bloedvaten verkleint, wat je bijvoorbeeld merkt aan koude handen en voeten. Ook kan je hoofdpijn krijgen of duizelig worden. Vermoeidheid en een verminderde concentratie komen ook vaak voor. Koolzuurgas is dus belangrijk is voor onze gezondheid op verschillende niveaus!
Chronisch of acuut?
Klachten verschillen per persoon en kunnen ook wisselen in de tijd. Er is ook een duidelijk verschil tussen klachten in de vorm van een aanval of meer chronisch. Bij klachten die aanvalsgewijs komen, spreken we van acute hyperventilatie. Het is dan vaak duidelijk dat het adempatroon verstoord is. Je gaat bijvoorbeeld heel snel ademen of heel diep, en voelt je benauwd.
Bij chronische hyperventilatie heb je geen duidelijke aanvallen met klachten, maar heb je gedurende langere tijd een disfunctioneel adempatroon waarbij het koolzuurgasgehalte te laag is. Hierbij hoeft het adempatroon niet heel duidelijk waarneembaar anders te zijn maar krijg je wel allerlei vervelende en misschien vage klachten.
Hoe ontstaat chronische hyperventilatie?
Normaal gesproken wordt de balans tussen O2 en CO2 volledig automatisch gehandhaafd vanuit ons autonome zenuwstelsel. Wat leidt er nu toe dat hier dan toch een langdurige verstoring in kan ontstaan? Dat heeft er mee te maken dat onze ademhaling weliswaar automatisch geregeld wordt, maar wel heel gemakkelijk beïnvloedbaar is. Zowel door gedachten en emoties, als door lichamelijke veranderingen zoals houding of spanning in het lijf. Vaak is er bij chronische hyperventilatie een relatie met langdurige stress, spanning of angstklachten. Andere aspecten van onze ademhaling, zoals de adembeweging en onze ademperceptie, reageren hier overigens ook op.
Het kan zijn dat je hierdoor ongemerkt wat sneller gaat ademen en hierdoor gaat overademen. De klachten die je hierdoor krijgt (bijvoorbeeld een wat strak gevoel op de borst, tintelingen, wat wazig voelen) geven op hun beurt weer een alarmsignaal aan het brein. Het brein detecteert gevaar en wil je lichaam in actie zetten om je te behoeden voor het gevaar. Met bijvoorbeeld als gevolg dat je ademhaling versnelt of verdiept. Zo ontstaat een vicieuze cirkel en kunnen je klachten langzaamaan toenemen.
Als je hier eenmaal in zit, is het niet zo gemakkelijk er weer uit te komen. Klachten kunnen zo divers zijn, dat het vaak een hele tijd duurt voordat een mogelijke relatie met ademhaling gelegd is. Ook kunnen de klachten wisselen in de tijd. Bijvoorbeeld: je merkt dat je vooral last hebt bij het wakker worden, en dat het eind van de dag eigenlijk best goed gaat. Of: na een aantal goede dagen, heb je opeens een dag waarop je je belabberd voelt. Er lijkt vaak geen peil op te trekken.
Hoe kom ik er vanaf?
Bij chronische hyperventilatie is er vaak meer verstoord dan alleen de verhouding zuurstof-koolzuurgas, zoals ik al een aantal keer benoemde. Het zogenoemde 'disfunctioneel ademen'. Het doen van ademoefeningen is dan ook vaak niet de oplossing. Oefeningen waarbij je bijvoorbeeld je ademhaling telt geven soms kortdurend ontspanning, maar het lijf zal daarna weer in het patroon van disfunctioneel ademen overgaan.
Wat helpt dan wel? Eigenlijk wil je het lijf weer laten ervaren hoe het gemakkelijk kan ademen. Vanzelf, zonder overbodige moeite. Zodat de hoeveelheid zuurstof en koolzuurgas ook automatisch afgestemd worden op dat wat je lichaam nodig heeft op een bepaald moment. Bij inspanning is er meer zuurstof nodig en past je adempatroon zich aan, en in rust kan je ademhaling weer terug gaan naar een ontspannen, moeiteloze ademhaling.
De basis hiervoor ligt in het ontspannen van het lichaam en hierin te ontdekken hoe je ademhaling mee kan gaan. Geen ingewikkelde ademoefeningen, maar eerst je lijf en ademhaling tot rust brengen. Eigenlijk resetmomenten voor je hele systeem, zodat het weer leert hoe het voelt als de ademhaling vanzelf gaat. Zo nodig kan je vanuit hier leren hoe jij je ademhaling nog wat meer kunt sturen op stressvolle momenten.
Als ademtherapeut methode van Dixhoorn ben ik gespecialiseerd in het behandelen van mensen met klachten die samenhangen met een disfunctionele ademhaling.
> Wil je meer lezen over adem- en ontspanningstherapie bij de Ademboom? Hier vind je er meer informatie over.
> Vul de spanningschecker als je wilt ontdekken of jouw klachten samenhangen met een disfunctionele ademhaling. Je vindt ‘m hier.
> Wil je jouw klachten met me bespreken en kijken of adem- en ontspanningstherapie iets voor jou zou kunnen betekenen? Neem dan contact met me op voor een vrijblijvend gesprek.